Dans la collection de DogMengo 
Bob De Moor, Oncle Zigomar - T7 - Fin - Planche originale
1559 

Oncle Zigomar - T7 - Fin

Planche originale
1953
Encre de Chine
Partager
Oncle zigomar
Oncle zigomar
Bob de Moor
De klare lijn en de golven

Description

Planche de fin

Commentaire

L'année 1953: Parmi les albums auxquels Bob de Moor a largement collaboré, figure « On a marché sur la lune » de Tintin en 1953. Le dessinateur prend en charge la création d’une grosse partie des décors. C’est à lui que l’on doit les paysages lunaires fantastiques qui servent de toile de fond à l’histoire.

Quant aux quinze aventures fantaisistes d’Oncle Zigomar et de ses neveux ("Nonkel Zigomar, Snoe et Snolleke"), publiées entre 1951 et 1956, elles représentent parfaitement l’esprit et l’humour souvent absurde des Flamands.


Onderstaand interview met Bob de Moor vond plaats met Karel Driesen, en is gepubliceerd in het tijdschrift voor stripliefhebbers GASTON nummer 4 (1976).


In verband met die stijl, hebt u die zelf ontwikkeld of hebt u hier en daar invloed ondergaan?


Natuurlijk ben ik beïnvloed, vooral door Amerikaanse tekenaars en dan misschien Herge en Vandersteen. Er wordt mij wel eens verweten dat ik in de stijl van Herge teken, maar toen ik mijn eerste verhalen tekende kende ik Herge niet eens en toch leken onze stijlen op elkaar. Toen ik pas voor Kuifje werkte werd mij gezegd dat de koppen van mijn personages wat vulgair waren, daar heb ik dan rekening mee gehouden en getracht dit te verbeteren. Want kijk nu wat er gebeurd is met ‘Het hol van de wolf’, ik las hierover in een kritiek: ’De Moor is als een kameleon, hij weet zich aan te passen aan de stijl van een andere tekenaar’. Dat is helemaal mis! Het omgekeerde is juist gebeurd, in het begin leerde ik Martin rotsen en bomen tekenen, ik heb vroeger ook al aan de Lefranc albums gewerkt. Ik tekende de decors, niet volgens de stijl van Martin, maar mijn eigen stijl die hij later heeft aangenomen. Hetzelfde met Herge, ik gebruik mijn stijl, ik denk nog niet aan de stijl van Herge.


In 1950 bent u dan bij Herge gaan werken. Was dat op vraag van Herge zelf?

Ja, inderdaad. Herge was toen ziek en zijn verhaal ‘Raket naar de Maan’ dat in Kuifje liep, was een paar weken onderbroken. Langs Leblanc om heeft hij mij gevraagd of ik niet kon komen helpen, een paar dagen in de week. Je zou kunnen denken dat ik zomaar ineens bij Herge begonnen ben, maar dat ging heel geleidelijk. Drie dagen helpen werden er vier, dan vijf, maar vooraleer het zover was, was er toch een jaar voorbijgegaan. Herge, die toen zijn studio aan het uitbouwen was, vroeg mij te blijven als studio-chef.

Hoe was de aanpassing bij Herge?

Bah… aanpassen, ik tekende al in die stijl, zelfs vlugger dan Herge. Hij kreeg er kippenvel van, zo vlug tekenen en dan nog goed! Maar we hebben ons alle twee aangepast en ik moet zeggen dat ik veel geleerd heb.


Werkten toen Martin en Leloup ook al op de studio?

Nee, dat was later. Leloup was de helper van Martin, en toen Herge aan Martin vroeg om ook op de studio te komen werken, kwam Leloup automatisch mee. Het oorspronkelijke idee van Herge was eigenlijk een studio uit te bouwen met alle tekenaars die voor Kuifje werkten. Dat bleek in de praktijk onmogelijk. Voor sommige tekenaars was de verplaatsing te moeilijk en het is ook zo dat vele tekenaars liever op zichzelf werkten.


Wat hebt u allemaal gedaan bij Herge?

Van alles, ik zei dus al dat ik aan de albums van kuifje Kuifje meewerkte. Ook de albums van Jo en Jetje, het eerste waaraan ik meewerkte was de Najavallei. Daarnaast natuurlijk veel publiciteit voor firma’s die Kuifje op hun producten wilden afgebeeld zien.


Http://bluesonline.weebly.com/nonkel-Zigomar-Snoe-En-Snolleke.html


Bob de Moor exerce son art avec une égale maîtrise dans tous les styles consacrés : le réalisme, la " ligne claire " ou la caricature. Hergé lui-même, interrogé sur son assistant et ami, devait déclarer : "je n'ai jamais rencontré une telle conscience professionnelle, une telle puissance de travail."


L'oeuvre de Bob de Moor, éclectique et extrêmement colorée, est aussi l'exact reflet de sa personnalité. Il s'en dégage, de l'une comme de l'autre, un esprit " Saint-Germain-des-près " que Boris Vian lui-même n'aurait pas démenti. chaleureux, volontiers gouailleur sans excès, boute-en-train, pratiquant le calembour comme le croyant sa religion, dominant tous les assemblées de sa silhouette altière et enjouée, il communique à tous ceux qui l'approchent un enthousiasme que rien ne semble vouloir entamer. Et s'il fallait résumer l'auteur et son oeuvre par un seul mot (d'esprit), on ne saurait mieux y réussir qu'en paraphrasant Bergson : " Le rire, c 'est le propre de Bob! "


Prépublié en anversois dans le journal 'Het Nieuws van de Dag' du 22 juin au 10 octobre 1953 sous le titre 'De Witte Maw-Maw' en 192 strips quotidiens.
Publié en version francophone complète par BD-Must en 2017.

Pour laisser un commentaire sur cette œuvre, veuillez vous connecter

A propos de Bob De Moor

Robert Frans Marie De Moor, dit Bob de Moor, est un dessinateur belge né à Anvers. Il a dessiné de nombreuses séries de BD et a été le bras droit d'Hergé notamment pour plusieurs albums de Tintin.